Drie sleutelaspecten van Focusing

Weiser Cornell, A. (2009). Drie sleutelaspecten van focussen. (T. Swyngedouw, vert.). In A. Weiser Cornell, The Radical Acceptance of Everything. Living a focusing life (pp.11-16). Calluna Press. Oorspronkelijke versie gepubliceerd in 2005.

Er zijn drie centrale aspecten waardoor focussen zich onderscheidt van elke andere methode  van innerlijk bewustzijn en persoonlijke groei.

Het eerste is iets wat we de “gevoelde zin” noemen. Het tweede is een speciaal soort van volgehouden aanvaardende innerlijke aandacht. En het derde is een radicale filosofie van wat verandering bevordert. Laat ons deze één voor één bekijken. 

Het focusproces impliceert in het lichaam komen en daar een speciaal soort lichamelijke gewaarwording vinden die we “gevoelde zin” noemen. Eugene Gendlin was de eerste persoon om de gevoelde zin te benoemen en te wijzen op het bestaan ervan, alhoewel mensen gevoelde zinnen gehad hebben zolang als er mensen zijn. Een gevoelde zin, om het eenvoudig uit te leggen, is een lichamelijke gewaarwording die betekenis heeft. Je bent je zeker ooit in je leven bewust geweest van een gevoelde zin en het is mogelijk dat je ze vaak voelt.

Stel je voor dat je telefoneert met iemand die je graag ziet en die ver weg is en je mist die persoon echt en je hebt net ontdekt tijdens dit telefoongesprek dat je hem niet snel terug zult zien. Het telefoongesprek eindigt en je voelt een zwaarte in je borst, misschien in je hartstreek. Of laat ons zeggen dat je in een kamer vol mensen zit en elke persoon neemt om de beurt het woord en naarmate jouw beurt om te spreken dichterbij komt, voel je een beklemming in je maag, als een veer die zich steeds strakker opspant. Of laat ons zeggen dat je een wandeling maakt op een mooie frisse ochtend, net na een regenbui, je komt boven op een heuvel en daar in de lucht vlak voor jou zie je een perfecte regenboog, beide zijden raken de grond, en terwijl je daar staat en ernaar staart, voel je hoe je borst zich uitzet in een wijd, golvend en warm gevoel. Dit zijn allemaal voorbeelden van een gevoelde zin.

Als je louter met emoties werkt, dan is angst angst. Het is louter angst, niks meer. Maar als je werkt op het niveau van de gevoelde zin, dan kan je gewaarworden dat deze angst, degene die je exact nu voelt, verschilt van de angst die je gisteren voelde. Misschien voelde de angst van gisteren als een koude steen in de maag en voelt de angst van vandaag als een zich achteruit trekken, zich terugtrekken. Terwijl je bij de angst van vandaag blijft, begin je iets als een verlegen schepsel gewaar te worden dat zich terugtrekt in een hol. Je krijgt het gevoel dat als je er lang genoeg bij zit, je zelfs zou kunnen te weten komen wat de echte reden is waarom het zo bang is. Een gevoelde zin is vaak subtiel en naarmate je er aandacht aan schenkt, ontdek je dat het complex is. Het heeft meer in zich. We hebben woorden voor emoties die we steeds opnieuw voelen maar elke gevoelde zin is verschillend. Je kan echter starten met een emotie, en dan de gevoelde zin eronder voelen, zoals je die nu precies in je lichaam voelt.

Andere methodes leren dit omgaan met de gevoelde zin niet aan. Er is niemand anders, buiten focussen, die spreekt over deze ervaringsdimensie, die noch emotie noch gedachte is, die subtiel is maar toch concreet gevoeld wordt, die echt lichamelijk gevoeld wordt. De gevoelde zin is een essentieel aspect van focussen.

Het tweede sleutelaspect van focussen is een speciale kwaliteit van volgehouden aanvaardende innerlijke aandacht.

In het focusproces, nadat je je bewust bent van de gevoelde zin, geef je die een speciaal soort aandacht. Een manier waarop ik dit graag verwoord is: je gaat erbij zitten om het beter te leren kennen. Ik noem deze kwaliteit graag “belangstellende nieuwsgierigheid”. Door deze belangstellende nieuwsgierigheid bij de gevoelde zin te brengen, sta je open om datgene gewaar te worden dat er wel al is maar nog geen woorden heeft. Dit proces van gewaarworden vraagt tijd – het is niet kant-en-klaar aanwezig. Dus in ideale omstandigheden is er een bereidheid om die tijd ervoor te nemen, om te wachten, aan de rand van nog-niet-weten wat het is, geduldig, aanvaardend, nieuwsgierig en open. Langzaamaan zal je meer gewaarworden. Dit kan een beetje lijken op in een verduisterde kamer binnenkomen en gaan zitten en naarmate je ogen wennen aan het geringere licht, word je meer gewaar dan ervoor. Je had ook in die kamer kunnen gekomen zijn en direct terug weggelopen zijn zonder erom te geven of je daar iets gewaarwordt. Het is het er om geven, de belangstelling, het verlangen het te leren kennen, dat het verder weten met zich meebrengt.

Er wordt niet geprobeerd iets te veranderen. Er wordt niet iets gedaan met iets. In deze zin is dit proces zeer aanvaardend. We aanvaarden dat deze gevoelde zin hier is, precies zoals die hier nu is. We hebben belangstelling voor hoe die is. We willen die kennen, zoals die is.

En toch is er iets meer dan gewoon aanvaarden. In deze belangstellende nieuwsgierige innerlijke aandacht zit er ook een vertrouwen en een verwachting dat deze gevoelde zin op zijn eigen manier zal veranderen, dat hij iets zal doen wat Gene Gendlin noemt “stappen zetten”. Wat is “stappen zetten”?
De innerlijke wereld is nooit statisch. Als je er met je bewustzijn naartoe gaat, dan beweegt ze, ontvouwt ze zich, wordt ze haar volgende stap.

Een vrouw focust, laat ons zeggen, op een zwaar gevoel in haar borst waarvan ze voelt dat het verbonden is met de relatie met een vriendin. De focusser heeft recent haar job opgegeven en ze heeft net ontdekt dat de vriendin solliciteert voor die job. Ze heeft zichzelf zitten vertellen dat dit niet belangrijk is maar het gevoel dat iets verkeerd zit blijft duren. Nu gaat ze zitten om te focussen.
Ze brengt haar bewustzijn in het keel-borst-buik-gedeelte van haar lichaam en ze ontdekt al gauw dit zware gevoel dat er al de hele week zit. Ze begroet het. Ze beschrijft het zoals het nu voelt : “zwaar… ook gespannen… vooral in de buik en borst.” Dan gaat ze erbij zitten om het beter te leren kennen. Ze is belangstellend en nieuwsgierig. Merk op dat dit belangstellend en nieuwsgierig zijn het omgekeerde is van aan zichzelf te zeggen dat dit niet belangrijk is, wat ze tevoren deed. Ze wacht gewoon, met deze volgehouden aanvaardende aandacht.

Ze voelt dat dit deel van haar boos is. “Hoe kon ze? Hoe kon ze dit doen?” zegt het over haar vriendin. Normaal zou ze geneigd zijn om aan zichzelf te zeggen dat boos zijn ongepast is, maar dit is focussen, dus zegt ze enkel aan deze plaats : “Ik hoor je” en ze blijft wachten. Belangstellend en nieuwsgierig naar het “meer” dat daar is.

Na een minuut begint ze gewaar te worden dat dit deel van haar ook bedroefd is. “Bedroefd” verbaast haar; ze verwachtte “bedroefd” niet. Ze vraagt : “Oh, wat maakt jou bedroefd?” Als antwoord wordt ze gewaar dat het iets te maken heeft met krachteloos gemaakt worden. Ze wacht, er is meer. Oh, iets over niet geloofd worden! Wanneer ze dat vat, iets over niet geloofd worden, komt er een storm aan herinneringen aan al die keren dat ze haar vriendin vertelde hoe moeilijk het is om voor haar baas te werken. “Het is alsof ze me niet geloofde!” is het gevoel.

Nu voelt onze focusser opluchting in haar lichaam. Dat was een stap. Het te voorschijn komen van droefheid na de boosheid was ook een stap. Het focusproces is een serie veranderingsstappen, waarbij elke stap nieuw inzicht met zich meebrengt en een nieuwe lichamelijke opluchting, een aha!  Is dit het einde? Ze zou zeker hier kunnen stoppen. Maar als ze zou willen verder gaan, dan zou ze terugkeren naar het gevoel “iets over niet geloofd worden” en het opnieuw belangstellende nieuwsgierigheid schenken. Het zou kunnen dat er iets bijzonders is voor haar aan niet geloofd worden, iets dat verbonden is aan haar eigen geschiedenis, wat opnieuw opluchting met zich meebrengt wanneer het gehoord en begrepen wordt.

Focussen brengt inzicht en opluchting met zich mee maar dat is niet alles. Het brengt ook nieuw gedrag met zich mee. In het geval van deze vrouw kunnen we ons makkelijk voorstellen dat haar manier van bij haar vriendin zijn zal gekenmerkt zijn door een meer voorzichtig vertrouwen.

Het zou ook kunnen dat andere gebieden in haar leven ingeperkt worden door dit gevoel van “niet geloofd te worden” en ook deze zullen veranderen na dit proces. Dit nieuwe gedrag gebeurt op een natuurlijke manier, gemakkelijk, zonder dat er wilskracht of moeite aan te pas komt. En dit brengt ons bij de derde bijzondere kwaliteit van focussen.

De derde sleutelkwaliteit waardoor focussen zich onderscheidt van elke andere methode van innerlijk bewustzijn en persoonlijke groei is een radicale filosofie van wat verandering bevordert.

Hoe veranderen we? Hoe veranderen we niet? Indien je bent zoals veel mensen die zich tot focussen aangetrokken voelen, dan heb je wellicht een gevoel van vast te zitten of geblokkeerd te zijn in één of meerdere gebieden van je leven. Er is iets aan jou of jouw omstandigheden of jouw gevoelens en reacties op dingen, dat je zou willen veranderen. Dat is zeer natuurlijk. Maar laat ons nu twee manieren tegenover elkaar zetten om deze wens tot verandering te benaderen.

De ene manier veronderstelt dat om iets te laten veranderen, je het moet doen veranderen. Je moet er iets mee doen. We kunnen dit de manier noemen van Doen/In orde brengen.
De andere manier, die we de manier van het Zijn/Toelaten kunnen noemen, veronderstelt dat veranderen en stromen de natuurlijke loop van de dingen is, en dat wanneer iets niet lijkt te veranderen, het aandacht en bewustzijn nodig heeft, vanuit een houding van het toe te laten te zijn zoals het is, doch open te staan voor zijn volgende stappen.

Ons dagelijks leven is diep doordrongen van de doen/in orde brengen-aanname. Wanneer je aan een vriend een probleem vertelt, hoe vaak is hun reactie niet dat ze je advies geven over hoe het probleem op te lossen? Veel van onze moderne therapiemethodes gaan ook van deze aanname uit. Cognitieve therapie, bijvoorbeeld, vraagt jou je innerlijke dialoog te veranderen. Hypnotherapie brengt vaak nieuwe beelden en overtuigingen aan om de oude te vervangen. De zijn/toelaten-filosofie, die belichaamd wordt in focussen, is dus een radicale filosofie. Ze zet onze gebruikelijke verwachtingen en manieren om de wereld te zien ondersteboven. Het is alsof ik je zou zeggen dat deze stoel waarop je zit een olifant wil worden en dat als je hem gewoon belangstellende aandacht geeft, hij zal beginnen te transformeren. Wat een gekke gedachte! Nochtans, zo gek klinkt het voor een diep ingeworteld deel van onszelf wanneer we te horen krijgen dat een angst die we hebben kan veranderen in iets wat absoluut geen angst is, als het belangstellende aandacht krijgt.

Wanneer mensen die met Focusing bezig zijn spreken over “de wijsheid van het lichaam” dan bedoelen ze dit : dat de gevoelde zin “weet” wat hij vervolgens dient te worden, zo zeker als een baby weet dat hij warmte en troost en voedsel nodig heeft.  Zo zeker als een zaadje van een radijs weet dat het tot een radijs zal uitgroeien. We hoeven de gevoelde zin nooit te vertellen wat hij moet worden; we moeten hem nooit doen veranderen. We hoeven enkel de omstandigheden te scheppen die hem toelaten te veranderen, zoals een goede tuinier wel zorgt voor licht en aarde en water, maar niet aan de radijs zegt dat ze een komkommer moet worden.

Ann Weiser Cornell

Ann Weiser Cornell doceerde taalkunde. In 1972 ontmoette ze Gendlin en leerde de methode Focusing bij hem. In 1980 begon ze samen met hem Focusing workshops te begeleiden. Ze werd ook opgeleid als psychotherapeut. Haar achtergrond taalkunde maakte dat ze het proces verfijnde. In 1983 verhuisde ze naar Californië en legde de klemtoon meer op het trainen van mensen in Focusing dan op psychotherapie. Samen met Barbara McGavin, die ze ontmoette in 1991, ontwikkelde ze dit tot een systeem genaamd Inner Relationship Focusing. In 1985 richtte ze Focusing Resources op, een overkoepelende organisatie gericht op het aanleren van Focusing met materialen, ondersteuning, sessies en trainingen. Ze publiceerde handleidingen om Focusing aan te leren.

Van haar zijn de termen ‘the radical acceptance of everything’ waarin ze benadrukt dat alles wat je voelt, hoe negatief ook, erkend kan worden. Ze spreekt van het vermogen om aanwezig te zijn met alles wat zich aandient, ook alle negatieve gevoelens, om te kunnen terugkeren naar een gevoel van heelheid.

Ze ontwikkelt de termen ‘Presence’ en ‘Self-in-Presence’ en ze gebruikt ‘presence-taal’ waardoor er een goede afstand gevonden kan worden tegenover ‘iets’ in jou dat dreigt je te overspoelen.

Weiser Cornell, A. (2008). Zeven geheimen om een blokkering op de lossen. (Broens, S. & Swyngedouw, T. 2012, Vert.).

Weiser Cornell, A. (2000).  Drie regels voor een veilig focuspartnerschap. (Peumans, L., 2009, Vert.).

Weiser Cornell, A. (1996).  De kracht van focussen. Luisteren naar je lijf kan je leven veranderen. Een praktische gids. (Langeveld, C & de Bruijn, E., 1998, Vert.) Haarlem: De Toorts.

Artikel Focussen Claude Missiaen (2009)

Focussen biedt een directe toegangsweg tot het ‘lichamelijk weten’. Dat is veel breder dan het louter verstandelijk weten. De focusser gaat zich met zijn aandacht richten op het midden van het lichaam, op een onduidelijk gevoel daar omtrent een situatie. Dat is de bron van waaruit verdere lichamelijk voelbare veranderingen zich kunnen aandienen. We spreken over de ‘gevoelde zin’ of het globaal lichamelijk aanvoelen. Dat omvat meer dan louter emoties of louter rationele verklaringen voor een probleem. De gevoelde zin verenigt beide aspecten in zich. Focussen erop laat de gevoelde zin zich ontvouwen, waarbij het gevoel omtrent de situatie zich verduidelijkt en lichamelijk voelbaar verschuift. Vaak is het een verrassend en deugddoend gebeuren waarbij ongekende of onvermoede aspecten van de beleving naar voor komen.

De geestelijke vader van het concept focussen is Eugene Gendlin. In zijn psychotherapieonderzoek merkte hij dat succesvolle cliënten anders omgingen met hun beleving dan niet-succesvolle. Zij bleken beter in staat om via een specifieke aandacht voor hun lichamelijk aanvoelen optimaal gebruik te maken van de condities die hen door de therapeut werden aangeboden.

Om dit bijzondere gedachtegoed zo goed mogelijk te borgen, te ontwikkelen en te verspreiden werd in 1986 in New York The International Focusing Institute opgericht, een dynamisch internationaal netwerk waar focussers van over de hele wereld bij betrokken zijn: www.focusing.org.
Focussen roept als term soms verwarring op, omdat hij gebruikt wordt als beschrijving van een proces, als naam van een techniek en als klemtoon binnen een bepaalde attitude.

Focussen: het proces
De essentie van focussen bestaat erin om ruimte te maken voor het zich laten vormen van een ‘gevoelde zin’ in het lichaam. Vanuit het contact maken met het vage of nog onzegbare in de beleving van een situatie, die zich in het lichaam aandient, kan de focusser woorden of beelden laten ontstaan die op een accurate manier symboliseren wat er eigenlijk zit in de beleving van die situatie. Er is een groei van gevoelens naar woorden. Op die manier komen de eigenlijke betekenissen naar voor omtrent een bepaald probleem of situatie. Het lichaam weet meer dan het hoofd alleen: betekenissen die in het centrum van het lichaam gevoeld worden, brengen meer vooruitgang in een probleem dan louter verstandelijke verklaringen.

Belangrijk is dat de focusser deze nieuw verworven betekenissen kan ontvangen zonder ze direct ‘kapot te analyseren’. De ‘gevoelde inzichten’ die tijdens een proces van focussen ontstaan, dienen soms inderdaad even in bescherming genomen te worden. Vaak komt er met nieuw gevormde inzichten – ook wel besef genoemd – meer energie vrij in de cliënt. Zijn problemen zijn uiteraard niet in één klap opgelost, maar er ontstaan nieuwe perspectieven en een nieuw, vaak milder, aanvoelen van een situatie of probleem.

In feite gaat het over twee soorten van zich realiseren. De cliënt realiseert zich meer wat er in hem leeft en waar dat mee te maken heeft. Van een vaag, nog niet gedifferentieerd beleven van een probleem gaat de focusser op weg naar een scherpere bewustwording van wat hij in zich meedraagt.
En de ontvouwing die komt, maakt een volgend stapje mogelijk in het zich in zijn eigen leefwereld realiseren, in het doen wat nodig is om met meer tevredenheid zijn wereld tegemoet te treden. De focusser gaat meer handelen overeenkomstig datgene wat hij beseft. Dat besef is namelijk niet vrijblijvend. Het impliceert het omzetten in daden, in de realiteit van zijn leven.

Focussen: de attitude
Het aanvankelijk vage, lichamelijk aanvoelen wordt benaderd met een specifieke aandacht. Het is niet een afstandelijk objectief registreren van wat er zich in het lichaam afspeelt. Focussen veronderstelt een receptiviteit, een vriendelijk verwelkomen, een aandachtig en geduldig aanwezig zijn bij wat in het lichaam voelbaar is omtrent een situatie, maar waarvoor nog geen woorden beschikbaar zijn.
Deze manier van aanwezig zijn is een krachtige basishouding. Het is de uitdrukking van een zorgzaam nabij-zijn, van een openheid die het lichaam toelaat dit specifieke gevoel te vormen.

Focussen: de techniek
Als afgeleide van de studie van helpende processen werden instructies ontworpen om ook niet-succesvolle cliënten het focussen bij te brengen. Om de cliënt doorheen een proces van focussen te loodsen, werden substappen onderscheiden die via instructies aangeleerd kunnen worden. Klassiek worden zes stappen onderscheiden. Zie ook www.focusing.org.

1) Ruimte maken en juiste afstand
De focusser snijdt nog geen probleem aan, maar bereidt de innerlijke ruimte voor om straks op een open en productieve manier met zijn problemen te kunnen werken. Tijdens het inventariseren van ‘wat er in de weg zit om je helemaal goed te voelen’ wordt de focusser uitgenodigd om de diverse bezwarende gevoelens, problemen of situaties te benoemen en één voor één even opzij te zetten. Vergelijk het met het opruimen van een overvolle kamer waarin je een belangrijke taak wil uitvoeren. Eenmaal een innerlijke ruimte vrij is, kan de cliënt naar het probleem toegaan waarop hij wil werken.
Door het maken van deze innerlijke ruimte ontstaat er bij de cliënt soms reeds wat meer ontvankelijkheid, waardoor hij op een andere manier tegen het probleem aankijkt.
Soms echter is het in deze voorbereidende fase nodig om de focusser juist wat dichter bij zijn aanvoelen van zijn problemen te brengen, omdat hij doorgaans een te grote afstand t.a.v. zijn belevingswereld heeft.

2) Het vormen van de gevoelde zin 
De focusser selecteert een probleem uit zijn inventaris en probeert een gevoelde zin rond dit probleem te ontwikkelen. “Hoe voelt dit hele probleem aan in mijn lichaam?” is hier de kernvraag. Een gevoelde zin ontvouwt zich aanvankelijk pas aarzelend en is in eerste instantie nog vaag, niet goed onder woorden te brengen.

3) Het vinden van een handvat
In die receptieve, innerlijke ruimte die de focusser intussen gecreëerd heeft, wacht hij nu af tot er zich woorden of beelden aandienen als mogelijke uitdrukking van het lichamelijk gevoel. Men kan dit proces een ‘handje’ toesteken door te vragen naar de kwaliteit van de gevoelde zin, en deze kwaliteit te ‘vatten’ in een woord of een beeld. Met dit ‘hand-vat’ heeft men reeds een eerste toegang tot de gevoelde zin: als men contact ermee verloor, kan men met het handvat de gevoelde zin terug oproepen.

4) Resoneren
De focusser gaat heen en weer tussen het handvat en zijn innerlijke beleving. Dit proces voltrekt zich ook vaak spontaan. Tijdens het resoneren gaat de focusser op zoek naar die kwaliteitsomschrijving die zo volledig mogelijk het geheel van de gevoelde zin omvat. Steeds opnieuw checken of de handvat juist is, dat is resoneren.

5) Vragen
We komen daarmee in de kern van het proces. De focusser heeft nu de gelegenheid om zijn lichamelijk gevoelde zin te bevragen om zo meer ‘gevoelsmatig inzicht’ te krijgen in zijn probleem. Stel dat het woord dat het best de kwaliteit van de gevoelde zin uitdrukt – het handvat –  is: ‘onderdrukkend’. De volgende vraag kan dan zijn: ‘wat in mijn totale gevoel van deze situatie is er zo onderdrukkend?‘ Deze vraag kan een opener zijn.
Essentieel is dat de gestelde vragen niet met het hoofd beantwoord worden, maar met het (hele) lichaam, dat men wacht en het antwoord laat komen uit de gevoelde zin.
Als de gevoelde zin zich niet opent, kunnen de volgende vragen helpen: ‘Wat is dit eigenlijk? Wat is de kern ervan? Wat is eigenlijk het moeilijkste aan dit alles? Wat maakt het zo zwaar, (of hopeloos, of onmachtig, of…)? Wat zou een mogelijke oplossing kunnen bieden? Wat zou een verdere stap kunnen zijn?’

6) Ontvangen
In deze laatste fase wordt expliciet de klemtoon gelegd op een vaardigheid die tijdens het hele proces van belang is, namelijk het nemen van de tijd en de ruimte om te ontvangen en te verwelkomen van wat er zich als nieuw heeft aangediend. Soms steekt hier de innerlijke criticus, een strenge en normerende stem, de kop op en dient daar de nodige aandacht aan besteed te worden.

Tot slot
De benaming focussen vindt zijn oorsprong in de studie van helpende processen die zich binnen de cliënt afspelen. De techniek van het focussen die hieruit afgeleid werd, volgde de omgekeerde weg van vele andere technieken binnen het begeleidingswerk. Vertrekkend vanuit het proces dat succesvolle cliënten in zichzelf ontwikkelden, werd een poging ondernomen om dit aan te leren aan cliënten die hier niet zo bedreven in zijn. Zo ontstond de techniek, niet in de hoofden van zijn uitvinders, maar in het lichaam van zijn beoefenaars.

Claude Missiaen, Certified Focusing Professional en Focusing Coördinator, The International Focusing Institute New York

Eugene Gendlin Focusing in zes stappen

Gendlin, E. T. (2004). Het focusproces in zes stappen (six steps). Oorspronkelijke versie gepubliceerd in 1978. (vertaling van de Engelse webpagina, ontleend aan hfdst. 4 van Gendlin’s boek Focusing)

  1. Ruimte maken
  2. Felt Sense (lichamelijk gevoelde zin)
  3. Handvat
  4. Resoneren
  5. Vragen
  6. Ontvangen

Het focusproces kan onderverdeeld worden in zes belangrijke onderdelen of stappen. Naarmate je meer geoefend raakt, zul je minder aan die zes afzonderlijke processtappen hoeven denken. Zolang je dat nog wél doet, lijkt het proces mechanischer dan het is – of later voor je zal blijken te zijn. Ik heb het proces zo onderverdeeld omdat ik op grond van jarenlange ervaring weet dat dit een doelmatige methode is om Focussen bij te brengen aan mensen die het nooit eerder geprobeerd hebben.

Wat hier volgt zijn alleen maar de basisregels; beschouw dit als een eerste handreiking. Naarmate je meer ervaring krijgt met Focussen, zul je deze basisregels aanvullen, verduidelijken, uit andere gezichtshoeken gaan bekijken. Tenslotte – misschien niet bij de eerste keer dat je het proces doorloopt – kun je de ervaring opdoen dat je iets in je binnenste voelt verschuiven.

Hier zijn dan de focusregels in het kort, bij wijze van handleiding.

RUIMTE MAKEN
Wat ik je ga vragen te doen, doe dat in stilte, gewoon in jezelf. Ontspan je even … Zo, en nu vraag ik je om met je aandacht naar binnen te gaan in je lijf, misschien naar je buik of je borst. En kijk maar eens wat er daar gebeurt, als je vraagt: “Hoe loopt mijn leven? Wat is er op dit moment het belangrijkst voor mij?” Voel dat na in je lijf. Laat het antwoord langzaam opkomen vanuit dit navoelen. Als er iets in je opkomt, GA ER DAN NIET OP IN. Doe een stapje achteruit, en zeg tegen jezelf: “Ja, dat is er. Ik kan dat voelen, dààr.” Laat een beetje ruimte open tussen jou en datgene wat er is. Vraag dan wat je nog meer voelt. Wacht weer even, en tast het af. Meestal is er meer dan één ding.

FELT SENSE
Kies uit datgene wat er in je opkwam één ding uit om erop te focussen. GA ER NIET INZITTEN. Doe een stapje achteruit. Natuurlijk zitten er aan dat probleem waar je aan denkt allerlei aspecten – te veel om aan elk daarvan afzonderlijk te denken. Maar je kunt al die aspecten tegelijk voelen. Let op de plek waar je de dingen meestal voelt; dààr kun je een idee krijgen van hoe dat hele probleem aanvoelt. Laat dat onduidelijke gevoel van “dat alles” tot je doordringen.

HANDVAT
Wat is dat voor een gevoel, deze onduidelijke “felt sense”? Laat een woord, een zinnetje of een beeld opkomen uit de felt sense-zelf. Het kan een woord zijn dat een eigenschap noemt, zoals benauwd, kleverig, eng, vastgelopen, zwaar, schrikkerig, of een zinnetje of een beeld. Blijf erbij hoe die felt sense voelt, totdat er iets precies past.

RESONEREN
Ga heen en weer tussen de felt sense en het woord (of zinnetje of beeld). Ga na in hoeverre ze bij elkaar passen. Kijk of er een lichamelijk seintje is dat je laat weten dat het klopt. Daarvoor moet de felt sense er weer zijn, en het woord ook. Als de felt sense verandert, of het woord of het beeld, laat dat dan maar gebeuren, net zolang tot de weergave precies klopt met de hoedanigheid van de felt sense.

VRAGEN
Stel je nu de vraag: “Wat is er mee, met dit hele probleem, dat het zo …. (bijv. scherp) maakt?” (vul het woord of beeld in dat je daarnet gevonden hebt). Zorg dat je weer voeling hebt met dat …. (bijv. scherp), niet als een herinnering aan daarstraks, maar opnieuw en levendig. Als het er weer is, raak het dan aan, zoek er contact mee, wees erbij in de buurt, met de vraag: “Wat maakt dat hele probleem toch zo …? ” of “Wat is er aan de hand met dit gevoel? “.
Als je een snel antwoord krijgt, zonder een verandering in de felt sense, laat dat soort antwoord dan maar voorbijgaan. Ga met je aandacht terug naar je lichaam en zoek de felt sense opnieuw op. Stel de vraag dan opnieuw. Blijf bij de felt sense tot er iets gebeurt waarbij het ànders gaat aanvoelen, een gevoel van een beetje meegeven of opluchting.

ONTVANGEN
Alles wat er komt met een gevoel van verandering, ontvang dat op een vriendelijke manier. Blijf er even bij stilstaan, ook al is het maar een béétje anders. Wat er ook komt, dit is nog maar één verandering; er komen er nog meer. Straks ga je waarschijnlijk verder, maar blijf hier nu even bij stilstaan.

ALS JE BIJ HET VOLGEN VAN DEZE INSTRUCTIES HEBT STILGESTAAN BIJ EEN ONDUIDELIJK LICHAAMSGEVOEL ROND JOUW PROBLEEM, DAN HEB JE AL GEFOCUST.

Het maakt daarbij niet uit of er een lichamelijk veranderingsgevoel gekomen is of niet. Het komt op zijn eigen tijd; we hebben daar geen zeggenschap over.